Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En tot mij kwam [22]een van de zeven engelen, die de zeven fiolen hadden, welke vol geweest waren van de zeven laatste plagen, en sprak met mij, zeggende: Kom herwaarts, [23]ik zal u tonen de Bruid, de Vrouw des Lams. 22. Namelijk die Johannes hiervoor hfdst.17 vs.3 in de woestijn had gevoerd, en het oordeel der grote hoer had getoond; welke hem nu de bruid van Christus en het hemelse Jeruzalem toont, als een einde van alle gezichten. 23. Dat is, de verheerlijkte gemeente van Christus met haar woonplaats. Zie hiervoor hfdst.19 vs.7, waaruit blijkt, dat in dit gezicht niet alleen de heerlijkheid der plaats wordt getoond, waar de uitverkorenen altijd met Christus zich zullen verblijden; maar ook vooral de heerlijkheid der gemeente van Christus zelf, met hare eigenschappen, gelijk zij hiernamaals in den hemel zal zijn.